woensdag 3 maart 2010

Aden in Jemen

Voor het laatste traject van de Golf van Aden hebben we mooie wind en zo goed als geen scheepvaart op onze weg. We ankeren 26 februari voor de stad, precies op tijd om vanaf de diverse moskeeen de oproep voor het vrijdaggebed te horen. Aden is niet echt een schone stad, en dat geldt ook voor de haven waar grote zeeschepen hun containers lossen en opnieuw diesel innemen. Het zuiden van Jemen is een kolonie van Engeland geweest (Aden heeft een eigen 'Big Ben'), in het noorden hebben de Turken gezeten. Sinds de verzelfstandiging van de Republiek Jemen en het samengaan van noord en zuid in 1991 botert het niet tussen beide delen, als gevolg waarvan in 1994 grote onlusten zijn geweest en die dreiging is er nog regelmatig.

Een groot deel van de stad is tegen kale vulkaanhellingen gebouwd. We treffen het een goede gids en chauffeur te hebben en maken een tour naar de waterreservoirs die na een heftige regenval van zo'n vijf uur weer voor eenderde gevuld zijn. De waterwerken zijn waarschijnlijk al in de Ottomaanse tijd gebouwd (voor 1800). Op de vismarkt zien we de vloot vissers binnenkomen en er is weer volop vis gevangen! In de Arabische wijk is het altijd druk en veel transport van goederen vindt daar nog met kameel en wagen plaats. Op veel openbare gebouwen staat het portret van de president afgebeeld, de vlag van Jemen is rood-wit-zwart.

Diaserie Aden