woensdag 15 juli 2009

Verder noordwaarts naar Darwin

We verlaten Flinders eiland op maandag 6 juli en de eerste uren is er nauwelijks wind. Rond 16.00 uur komt er beweging in de zeilen en ook de boot begint weer vaart te maken. We varen nog steeds op de route voor de grote vaart en deze is duidelijk met navigatielichten aangegeven en ook de maan is nu bijna vol. Bij Cape Grenville snijden we een stuk van de vaarweg af door tussen de Home eilanden door te varen. Het is een relaxte zeildag en we maken goede snelheid op het bijna gladde water, we komen nu bijna geen andere scheepvaart tegen. Woensdagmorgen varen we met het tij mee de Albany passage door, waar ook weer een stukje interessante geschiedenis van Australie ligt, en nog altijd is het een fraai kanaal met grillige rotsen, diverse baaien en stranden.

Dan komt het einde van de oostkust van Australie in zicht als we Cape York naderen. Op het eilandje Eborac vlak voor de kaap staat de vuurtoren. Het is een prachtig heldere en zonnige dag, maar het is ook met weemoed dat we hier de Coral Sea en de Pacific Ocean achter ons laten. Tien jaar hebben we nu in dit gedeelte van de wereld gevaren en geleefd en we zijn dankbaar voor de gelegenheid die we gehad hebben om van zoveel culturen iets te hebben mogen meemaken en zoveel mensen te hebben leren kennen. We nemen de herinneringen aan dit alles mee in ons hart en zullen deze ervaringen zeker nooit vergeten!

Net voorbij Cape York worden we meegenomen met de stroming en met 8-9 knopen (!) varen we westwaarts door de Endeavour Strait langs witte stranden aan de kust en mooie groene eilanden aan de noordkant. De volgende uitdaging is de Golf van Carpentaria, een grote plas water die ten zuiden van ons ligt en voor een zeer onrustige zee zorgt. De nacht, dag en volgende nacht is het onaangenaam bokken op de golven, maar er is een gunstige wind en ook de maan staat bijna de gehele nacht aan de inktzwarte hemel. Twee of drie coastertjes passeren ons en bijna dagelijks komt er een vliegtuig van de kustwacht over waarmee regelmatig via de marifoon contact hebben om onze positie door te geven of te controleren. De kustwacht bewaakt de grenzen in het noorden van Australie opdat er geen onaangekondigde schepen de territoriale wateren binnenvaren.

Vrijdag om 7 uur 's avonds zien we het licht op Cape Wessel ten zuiden van ons en ook de zee is inmiddels weer vlakker geworden. We hebben windkracht 5 schuin van achteren en maken goede voortgang met alle zeilen bij. In de nacht hebben we weer een sterke stroming mee en ondanks de hoge snelheid liggen we rustig met de fok uitgeboomd over stuurboord en de gekleurde reachter over bakboord. Zaterdag aan het eind van de dag passeren we Cape Don en sturen bij voor de doorgang tussen Melville eiland en het vasteland. Het is hier vanwege het grote verschil tussen eb en vloed belangrijk het tij mee te hebben en we hebben geluk dat we het gehele traject door kunnen varen zonder te hoeven stoppen. De wind is in de loop van de nacht verdwenen, dus we varen inmiddels op de motor. In de ochtend moeten we nog 20 zeemijlen afleggen en langzaam zien we de skyline van Darwin dichterbij komen. Om half 11 's morgens varen we Fannie Bay in waar we een plekje zoeken tussen de ruim honderd jachten die daar voor anker liggen. Diaserie Top Australie